Vloerisolatie

Isoleren begint met vloerisolatie.

Bouwfysisch gezien is het verstandig eerst de vloer te isoleren. Bij een goede vloerisolatie wordt verdamping van vocht vanuit de kruipruimte naar de woning voorkomen. Hiermee wordt voorkomen dat vocht zich in huis kan ophopen bij een geïsoleerde spouw en dak.

Er zijn 2 vormen van vloerisolatie:

  • directe vloerisolatie
  • bodemisolatie

Bij directe vloerisolatie wordt de isolatie aan de onderzijde van de vloer aangebracht. Bij bodemisolatie wordt een laag isolatie op de bodem van de kruipruimte aangebracht.

Is directe vloerisolatie of bodemisolatie beter?

Vaak wordt ten onrechte gedacht dat directe vloerisolatie beter is dan bodemisolatie. Bij bodemisolatie is er weliswaar een verlies van energie door eventuele ventilatie en fundering, maar er kan een veel dikkere isolatielaag worden aangebracht dan bij directe vloerisolatie. Hierdoor is er een omslagpunt waar bodemisolatie beter presteert dan directe vloerisolatie. Afhankelijk van het merk bodemisolatie.

Gelukkig is er een onafhankelijk instituut dat isolatieproducten op een gelijke manier met elkaar vergelijkt, volgens de geldende NEN-normen. Dit instituut is ISSO. Alle isolatie-producten die ISSO-geaccrediteerd zijn volgens de juiste normen en methoden getoetst. Deze isolatie-producten tellen ook mee voor het energielabel.

Wijkactie.nl kiest bij voorkeur bodemisolatie en geen directe vloerisolatie. Zo is het merk DroCom ISSO-geaccrediteerd en heeft verreweg de beste isolatiewaarden van alle isolatiechips.

Nog 2 voordelen van bodemisolatie ten opzichte van vloerisolatie.

Betere vochtwering.

Isolatie heeft een warme kant en een koude kant. Bij vloerisolatie en bodemisolatie is dat de onderzijde van de isolatie. Daarboven wordt immers gestookt. Vocht condenseert altijd aan de koude kant, dus de onderzijde van de isolatie. Bij bodemisolatie is het condensatiepunt veilig de bodem of grondwater. Boven de bodemisolatie wordt het kurkdroog. Bij directe vloerisolatie ligt het condensatiepunt echter dicht bij de vloer. Leidingen en isolatie worden nat en er kunnen vochtproblemen ontstaan in de woning of aan de vloer. Met name houten vloeren zijn gevoelig voor vocht. Zeker bij de balkkoppen in de koude fundering. Soms probeert men dat op te lossen met een bodemfolie. Echter langs de naden bij de fundering treedt nog steeds verdamping op, juist bij de balkkoppen. Bodemfolie kan ook onder water lopen bij grondwater. Bij grondwater blijft bodemisolatie van polystyreen drijven en zijn werk doen.

Betere toegankelijkheid van de kruipruimte.

Isoleren aan de onderzijde van de vloer zorgt dat de kruipruimte minder toegankelijk wordt. Het zijn immers harde materialen en vast bevestigd. Bodemisolatie met polystyreen chips zijn opzij te schuiven en doorheen te kruipen. Hierdoor blijft de kruipruimte toegankelijk.

Voorbeelden van directe vloerisolatie zijn:

  • pur-schuim
  • glaswol
  • steenwol
  • vlasplaten
  • isolatieplaten
  • isolatiekussens of thermoskussens
  • polystyreen-platen
  • polyurethaan schuimplaten
  • geëxpandeerde kurkplaten
  • houtvezelplaten

Voorbeelden van bodemisolatie

  • polystyreen chips
  • polystyreen parels
  • natuurschelpen